Actueel

Verdichten en vergroenen, hoe dan?

  • Actueel
  • Verdichten en vergroenen, hoe dan?
Datum: 16 februari 2024

Meer bouwen in bestaande dorpen of steden en tegelijkertijd vergroenen? Is dat geen tegenstelling en is daar wel genoeg ruimte voor? Kunnen we niet veel beter bouwen in weilanden? Deelnemers aan de workshop ‘Verdichten en vergroenen, hoe dan?’ weten inmiddels beter. Het kán en het is zelfs makkelijker dan je denkt.

Drie gastsprekers zijn voor deze workshop uitgenodigd. Wout Smits is vanuit de Koöperatieve Architecten Werkplaats (KAW) veel bezig met stedelijke verdichting en vergroeningsprojecten. Hij neemt de aanwezigen mee in zijn ervaringen. Zo is hij betrokken bij de herstructurering van naoorlogse woonwijken. “Op dit moment wonen in deze wijken 40 procent minder mensen dan toen ze werden gebouwd. Huishoudens zijn kleiner geworden. Het zijn ook wijken met veel openbare ruimte. Deze wijken zijn ideaal om te verdichten”, schetst hij. Waarmee hij bedoelt dat in deze huidige tijd veel minder behoefte is aan grote eengezinswoningen. Bij herstructurering van deze wijken wordt daarom ingezet op woningen die passen bij de behoeften van kleinere huishoudens. Hij zegt ook: “De openbare ruimte die je overhoudt, is dan weer slim in te zetten voor vergroening.” Zie hier het eerste bewijs dat verdichten en vergroenen wel degelijk samengaan.

Luchtbedje

Gielijn Blom en Henk Wentink van de gemeente Arnhem haken in op het verhaal van Smits. Gielijn Blom is strateeg ruimtelijke ordening bij de gemeente en is vanuit dat perspectief ook betrokken bij de plannen van de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen. Hij vertelt over de focus van de gemeente Arnhem op klimaatadaptatie. Een focus die extra urgent werd toen op een zomerdag na een zware regenval het water letterlijk vanaf bovenaan Klarendal naar beneden richting de Velperweg stroomde. “Je kon op je luchtbedje zo naar het centrum dobberen.” Het voorbeeld levert hem gegrinnik op in de zaal. Maar is tegelijkertijd bloedserieus. En daar komt het vraagstuk van verdroging nog bij. Al het regenwater verdwijnt zonder pardon in de zandgronden van de stuwwal waarop Arnhem deels is gebouwd. Waardoor het in een droge periode maar zo kan gebeuren dat het Sonsbeekpark er dor en droog bij ligt. Het is de gemeente dan ook veel aan gelegen de verharding in de stad te verminderen. Te beginnen bij de openbare ruimte.

Tegelwippen

Gielijn Blom vertelt hoe de gemeente deze noodzaak tot klimaatadoptatie heeft verankerd in beleid. Bijvoorbeeld in wijkgroenplannen. Henk Wentink, adviseur stedelijk groen en klimaatadoptatie bij de gemeente, geeft vervolgens antwoord op de vraag: hoe doe je dat dan? Daarover is hij duidelijk: samen als bewoners, bedrijven en gemeente. Hij vertelt over het Nederlands Kampioenschap tegelwippen, waarbij Arnhem de winst in de wacht wist te slepen. Met dank aan bewoners, bedrijven en de gemeente die erin slaagden de meeste tegels uit tuinen en de openbare ruimte te halen. Hij vertelt ook over het initiatief van buurtgroenbedrijfjes, die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van de nieuwe groenlocaties. Op de vraag of deze initiatieven daadwerkelijk succesvol zijn, reageert Wentink positief. “Van de duizend tuintjes zijn er slechts twintig tot dertig waarbij het niet werkt.”

Groene Metropoolregio Regiocongres 2024 (High Res) 37

Cultuurverandering

De aanwezigen in de zaal zitten op het puntje van hun stoel. “Zijn er ook nadelen aan meer groen”, wordt gevraagd. Het antwoord komt van een andere aanwezige die veel met bewoners samenwerkt aan klimaatadoptie. “Echt niet iedereen zit op meer groen te wachten.” Dat herkennen de drie sprekers ook. Wout Smits noemt dat een cultuurverandering nodig is. “Mensen moeten er wel voor open staan tegels of verharding uit hun tuinen te halen.” Hij pleit voor ‘geleidelijke vergroening’. Gespreksleider Edwin Verdurmen van Studio EARTH vraagt door. Duidelijk wordt dat een standaardoplossing niet bestaat. “Kijk goed naar hoe de ruimte eruitziet. En ga dan met bewoners en bedrijven in gesprek over de beste oplossingen voor hun omgeving.”

Pioniersfase

Dan nog een heel andere gedachte: groen bouwen. Zoals woningen met bomen en tuinen op het dak. Het antwoord is duidelijk: “Dit zit in Nederland nog echt in de pioniersfase.” De oplossing klinkt leuk, maar kent veel haken en ogen. Van meer muggen, extra beton tot bijvoorbeeld het van ver weg halen van de aarde. “Geef de natuur die spontaan ontstaat, meer kans”, concluderen de sprekers van deze workshop. “En wees ook realistisch. Je kunt in een tekening wel meteen allerlei mooie bloemen en springende eekhoorns opnemen, maar doe het niet als je op voorhand al weet dat die er niet gaan komen.” Nog een tip voor aanwezigen die zelf aan de slag gaan met het thema: “Betrek vroegtijdig ecologen bij de plannen. Vaak gebeurt het pas als de plannen er al liggen, dat is echt te laat.”

Natuurlijke grenzen

De aanwezigen krijgen bij deze workshop verschillende handvatten mee. Zoals: doe het niet alleen samen met bewoners en bedrijven, óók met andere overheden of omliggende gemeenten. “Groen trekt zich niets aan van bestuurlijke grenzen. Het zou veel beter zijn als wij ons aanpassen aan de natuurlijke grenzen”, klinkt het. Het is naar aanleiding van het voorbeeld van de groenstrook die vanuit de Veluwe via parken in Arnhem naar de Rijn loopt. Ook de onderwerpen ‘wie betaalt het onderhoud’ en ‘meer verdichting, meer auto’s’ komen ter sprake. De conclusie: de tijd is te kort om echt over het onderwerp uitgepraat te raken. Als de officiële tijd erop zit, moeten de koffie en het lekkers toch echt wachten. De aanwezigen zoeken elkaar op en het gesprek gaat verder. Het thema verdichten en verduurzamen is deze middag duidelijk nog niet klaar. 


Gerelateerd nieuws